" alt="banner-image">

Aardappelteelt

Wat is het aardappelseizoen?

Aardappels zijn het hele jaar door verkrijgbaar. De nieuwe oogst, de primeur aardappels, zijn slechts een korte tijd van het jaar verkrijgbaar. Op deze pagina lees je meer over het aardappelseizoen.

De nieuwe oogst, vaak primeur aardappels genoemd, wordt jong geoogst. Deze primeur aardappels zijn nog fijn of middelgroot van formaat. Ze worden vers geoogst direct verkocht voor consumptie. De eerste primeur aardappels verschijnen in april in de winkel en komen uit landen rond de Middellandse Zee. Denk aan Malta, Israël, Egypte en Portugal. In deze landen worden de aardappels al gepoot in november en december en geoogst van maart tot en met mei. In deze periode zijn er in de winkels ook nog aardappels uit de voorgaande herfst te koop.

De vroegste Nederlandse primeur aardappels worden gepoot in februari en groeien onder afdekking, zodat ze warmer blijven. Traditioneel vindt begin juni op het eiland Tholen de veiling van de eerste Nederlandse aardappels plaats. Op Tholen zijn de omstandigheden voor primeur aardappels wegens het zachte winterklimaat en zandzavelgrond namelijk erg goed. Na de veiling van de eerste primeur aardappels neemt de vroege oogst steeds ver der toe en worden de hoeveelheden die worden geoogst ook steeds groter. Tot september komen de zogenoemde vroege aardappelen aardappelen op de markt. Gek genoeg wordt de komst van de ‘eerste nieuwe’ Nederlandse aardappel tot nu toe nauwelijks opgemerkt. Deze vroege aardappels worden veelal bij de groentespeciaalzaken verkocht.

In de rest van Nederland wordt in de normale teelt de aardappel gepoot in april en geoogst in september en oktober. Aardappels gaan na het oogsten direct naar de schuur omdat ze door blootstelling aan licht groen kunnen verkleuren. In de schuur worden ze aan de buitenkant snel droog geventileerd. Gedurende de eerste week wordt de temperatuur relatief hoog (ongeveer 15 graden) gehouden zodat kleine wondjes die tijdens de oogst ontstaan zijn kunnen helen. Daarna wordt de temperatuur, afhankelijk van het ras, verlaagd tot 4-7 graden. Ventilatie gebeurt doorgaans met buitenlucht (in de nacht) en soms met koelinstallaties. De aardappels blijven bij de teler in de schuur tot het moment van afleveren aan de koper. Doordat in de afgelopen jaren de apparatuur sterk is verbeterd en ook de kennis van telers flink is toegenomen, zijn de aardappels zelfs na een half jaar in de opslag nog in uitstekende conditie. Geschikte rassen in goed uitgeruste schuren kunnen dus wel tot juli van het volgende jaar worden bewaard.